Weerbaarheid en recht
(Commentaar op het nieuwe testament)
Recensie (WegWijs maart/april 2009, jaargang 63, nr. 2)
Die Beeld is van God, de Onzichtbare,
Eerstgeborene van alle schepselen,
want in Hem is alles wat er is geschapen,
in de hemelen en op de aarde,
wat zichtbaar is en wat onzichtbaar is,
of het tronen zijn of heerschappijen,
of overheden of machten,
het is alles door Hem en voor Hem geschapen,
en zelf is Hij vóór alles,
en het heeft alles samenhang in Hem.
Ook is Hij zelf het Hoofd van het lichaam, de gemeente,
Hij, die Aanvoerder is,
Eerstgeborene uit de doden,
opdat Hij in alles eerste zou zijn.
Want in Hem heeft heel de volheid willen wonen,
om door Hem alles met Zich te verzoenen,
na vrede bewerkstelligd te hebben door het bloed van zijn kruis,
door Hem,
hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is.
Zo vertaalt Van Eck het ‘door de Geest geïnspireerd lied’, Kolossenzen 1:15-20. Vervolgens legt hij het uit, zin voor zin, woord voor woord, uiterst gedegen. Daarbij laat hij het Oude Testament breed aan het woord. Maar ook Joodse en Griekse schrijvers roept hij te hulp. En zoals ook al bij zijn commentaar op Handelingen moet je dan wel onder de indruk komen van zijn grondige kennis van de Griekse en Romeinse wereld. Het voordeel is dat hij dan wel naar Griekse woorden verwijst, maar toch leesbaar blijft voor gebruikers die het Grieks niet kennen. Daarmee past dit boek in de reeks Commentaar op het Nieuwe Testament onder de redactie van J. van Bruggen. Tegelijk valt dit deel in deze reeks lichtelijk uit de toon. Het is meer uitgebreid, minder speels, haast grondig op zijn Duits. Dat is ongetwijfeld de reden waarom dit boek over vijf bijbelhoofdstukken even dik is als het deel Romeinen over zestien. Van mij had het hier en daar wel ietsje minder mogen zijn.
Martin van Veelen