Recensie (WegWijs mei/juni 2007, jaargang 61, nr. 3)
Het boekje is niet alleen geschreven voor jongeren, ook voor hen die uit gewoonte belijdenis deden, maar nu gaan nadenken. Zo staat het in de inleiding van het boekje. Daarin staat ook de verwachting dat het boekje misschien wel discussie uitlokt, of tegenspraak. Dat gebeurt immers wel meer wanneer ‘de spits op je hart gericht wordt (met de vraag): wat dunkt u van Christus?’
Deze wat plechtstatige taal kom je wel vaker in het boekje tegen. Het avondmaal wordt bijvoorbeeld een enkele keer de ‘Dis des Verbonds’ genoemd (inclusief de hoofdletters). Maar laat deze taal en woordkeus u er niet van weerhouden het boekje te lezen. Want het is – om het iets minder plechtstatig te zeggen – ongemeen actueel. Wie kent ze niet: de jongeren die worstelen met vragen waarom je eigenlijk belijdenis zou moeten doen? En wie kent ze niet: de jongelui die uit gewoonte belijdenis doen, of om maar van de catechisatie af te zijn? En wie heeft ze nooit gesproken: de jongvolwassenen die zich, in plaats van of naast hun belijdenis, liever opnieuw zouden willen laten dopen? En wie heeft nog nooit met een van hen gesproken over de vraag wat belijdenis doen nu eigenlijk is? Is dat ‘verklaren dat je gelooft of het uitspreken van wat je gelooft’? In het boekje komt u ze allemaal tegen. Of beter gezegd: vindt u wat u tegen ieder van hen op bijbelse gronden kunt zeggen.
Leerzaam is zonder meer de geschiedenis van ‘het belijdenis doen’. En verrassend is het het Kort Begrip opnieuw te ontdekken. Heel mooi vond ik persoonlijk de regelmatig terugkerende relaties tussen doop, catechese, belijdenis en avondmaal.
Ondanks de soms wat plechtstatige taal toch een boekje voor jong en oud. Om over door te spreken op een verenigingsavond of tijdens twee catechisatie-uren.
Henk Bouwmeester