Doen wat God van je vraagt
Recensie (WegWijs mei/juni 2008, jaargang 62, nr. 3)
Wat moet je als (groot)ouder met een boek voor jonge meiden? Hun denkwereld of motieven leren kennen? Hoe zij over God en geloven denken. Hen de spiegel helpen vasthouden wat het betekent dienstbaar te zijn in een puur consumptieve ik-gerichte maatschappij? Of toch maar jezelf die spiegel eens voorhouden. Het is de moeite waard. Want hoe vaak sta je in je leven niet op een tweesprong: God dienen met heel je hart of je eigen hart volgen (HC, zondag 2)?
Goed, de leefwereld waarin het boek je plaatst is eerder die van jonge meiden dan die van opa’s, oma’s, vaders en moeders. Maar niettemin ook voor hen (u dus) heel boeiend en herkenbaar. Zeker wanneer je met twee benen op de grond en open ogen in de wereld staat. Of wanneer een gesprek met je (klein)kinderen over jouw en hun geloof je levenspatroon siert. En wanneer dat (nog) niet (helemaal) zo is, kan het boek je daarvoor een geweldige hulp zijn. Met vragen als ‘Ben jij een christen?’, ‘Ben jij gelovig?’, ‘Wat betekent het met heel je hart dienen?’ en ’Overkomt het je nooit dat je meer op jezelf dan op de ander gericht bent?’ Het boek helpt je wanneer je met het probleem zit ‘dingen te moeten doen die ongemakkelijk zijn of bedreigend’. Of ‘wanneer je het gevoel hebt meer met de Heer bezig te zijn dan bij de Heer’. Dat je ervaart ‘opgebrand te zijn door dienstbaarheid’, dat dienen haast een offer lijkt. Terwijl je zo graag ‘eens als Marta aan de voeten van Jezus zou willen zitten’. Het boek laat zien dat biddend dienen helemaal geen opoffering maar een dankoffer is.
Kortom, toch een boek voor jong en oud, man en vrouw.
Henk Bouwmeester