Basiszorg in de christelijke gemeente
Recensie (WegWijs november/december 2008, jaargang 62, nr. 6)
‘Het doel van pastorale zorg is dat een gemeentelid zodanig groeit in heiliging dat zijn problematiek niet langer heerschappij voert in zijn leven en dat hij leert te leven naar het beeld van Christus tot eer van God’ (p. 198).
In het kader van de gemeenschap der heiligen wordt ons regelmatig voorgehouden om te zien naar onze naaste. Omgaan met een broeder of zuster die geestelijke en pastorale zorg nodig heeft, kost een inspanning die we graag overlaten aan dominees en ouderlingen. Nu is deze zorg ook niet iets wat iedereen op het lijf geschreven is.
Velen zouden best een cursus ‘Omzien naar elkaar’ willen volgen. Dirk Lemmens en Sjef De Vriese hebben deze cursus al zo vaak gegeven en hun cursusmateriaal zodanig ontwikkelt, dat zij het nu uitgewerkt hebben in praktische, leesbare informatie. Niet voor professionele hulpverleners, maar juist voor alle gemeenteleden die trouw zorg aan hun medebroers en -zussen verlenen. Pastoraat, zo zeggen zij, brengt het geïnspireerde Woord van God samen met de gebroken levens van mensen. En dan is er diepe bewogenheid nodig in de omgang met elkaar. Wanneer je naar elkaar wilt omzien, kijk dan eerst eens om naar je eigen geestelijke leven en naar Gods eer.
Het eerste deel gaat daarom eerst in op de persoon van de hulpverlener. Met bijbelse richtlijnen, voorbeelden en bemoedigingen wordt uitvoerig stilgestaan bij het omgaan met tijd, vertrouwelijkheid, conflicten en stress. De burn-out van Elia en de werklast van Mozes zijn herkenbare voorbeelden uit de Bijbel. Vooral van de goede manier waarop Jezus met stress omging en de plaats die Hij gaf aan het gebed, kunnen we veel leren.
Het tweede deel van het boek gaat in op de verschillende aspecten van het functioneren van het pastoraat. Naast hoofdstukken over het begeleiden van zorg, het leren luisteren, het op huisbezoek gaan is er ook een hoofdstuk dat uitvoerig over tucht gaat.
Soms zijn problemen bij een gemeentelid duidelijk de gevolgen van persoonlijke zonde. Het pastoraat is er om iemand inzicht te geven in zijn zonde en hem daarna te begeleiden om te breken met die zonde. Maar wat moet er gebeuren als de bereidheid om mee te werken er niet is?
Schrijvers laten zien dat christenen binnen de gemeente een opvoedkundige verantwoordelijkheid dragen naar elkaar toe. Wanneer volhard wordt in zonden moeten er sancties genomen worden. Liefde voor en geduld met de zondaar behoren daarbij voorop te staan. Juist omdat we allemaal kwetsbaar zijn voor zonden, krijgen we de waarschuwing mee vanuit Galaten 6:1-3.
Vanuit 1 Korintiërs 5:1-13 worden de argumenten voor uitsluiting uit de gemeente toegelicht als laatste middel om de wil van een gemeentelid aan te spreken. Het doel van uitsluiting is gehoorzaamheid aan God, het volledig herstel van de zondaar zelf en het zuiver houden en leiden van de gemeenschap.
Bijbelse gronden om iemand buiten te sluiten zijn grove zonden en theologische dwaalleer. Alleen zijn grove zonden zo moeilijk vast te stellen. Schrijvers deponeren de telling dat de Bijbel aangeeft dat de grond voor uitsluiting eerder ligt in de onverzettelijkheid van de zondaar, dan in de ernst van de zonde zelf (2 Tess. 3:14; Tit. 3:10).
Uitsluiting van een gemeentelid zet een gemeente altijd onder druk. Begeleiding voor de gemeente is daarom heel belangrijk om haar een goede houding te laten hebben.
Er kan nog veel gezegd worden over dit boek. Het staat boordevol praktische informatie, waardoor het als een soort handboek of naslagwerk te gebruiken is. De schrijvers laten steeds vanuit de Bijbel en vanuit Gods liefde voor de mensen zien wat zorg in de christelijke gemeente inhoudt. Vandaar van harte aanbevolen.
Nikè van der Mijden-Groenendijk