
Bizar, dat het mij twee keer in één week overkwam, op twee verschillende dagen, plaatsen en tijden. De eerst keer was het een 80-er, de tweede keer een jongeman van nog geen 30. Kennelijk was het een fenomeen, want allebei namen ze de moeite om mij aan te spreken.
Ik ben eerlijk gezegd wel een beetje een ‘mooiweerfietser’, maar ook een grenzeloze optimist, wat mij nog wel eens een nat pak oplevert, wat soms ook wel weer een mooie vertoning is. Maar als ik fiets wil ik ook echt fietsen, gewoon lekker doortrappen; optornen tegen de elementen, zeg maar.
En kennelijk trok dat de aandacht. ‘Mevrouw, wat fietst u hard en u heeft niet eens een e-bike.’ Nee, dat klopt. ‘Dat zie je niet vaak meer dat vrouwen van uw leeftijd (ik heb een grijze bos haar) nog een gewone fiets hebben.’ Ook dat klopt.
Beide keren fietsten de heren met mij op en beide keren hadden we een leuk gesprek over bewegen, gezondheid, het weer en wat niet al.
Onbevangen fietste ik mijn route van a naar b; ik was er niet op uit om op te vallen. Hoewel, opvallen vanwege dingen die er echt toe doen, daar is helemaal niets mis mee. Eerlijkheid, trouw, geduld, hulpvaardigheid, vriendelijkheid, kortom een christelijke levenswandel mag in de wereld best prominent de aandacht trekken. Maar dan gaat het niet om mij, maar om de vruchten van de Geest die in mij werkt. Laten mensen mij onderweg maar opmerken, aanspreken en bevragen, dan wil ik best vertellen wat mijn drijfveer is.
Riet Steenbergen.