Over ons dagelijks gebed
Recensie (WegWijs november/december 2009, jaargang 63, nr. 6)
Er zijn veel boeken geschreven over bidden; dit boekje biedt niet zozeer informatie, maar zet de lezer zelf aan het werk. Het is namelijk bedoeld als studie over het Onze Vader, zoals de titel al zegt. De wens van de schrijver is dat de lezer mag begrijpen wat het voor God betekent een thuis te zijn voor ons hart, en dat de dorst naar onze Vader nooit afneemt. Met dat laatste ben ik het van harte eens; het eerste is voor mij minder duidelijk.
Het boekje is ingedeeld in twaalf hoofdstukken die bestaan uit een korte uitspraak met daarna een vraag die bedoeld is om na te denken over het onderwerp van het hoofdstuk. Dan volgt een citaat, vervolgens een aantal vragen – met ruimte om antwoorden te noteren – een bijbelgedeelte, een korte overweging, tekstverwijzingen voor meer bijbelstudie, extra vragen en een lege pagina voor aantekeningen. Kortom, een echt werkboekje waar je later nog eens in kunt lezen.
Sommige dingen spreken me helemaal niet aan zoals de uitspraak dat het Onze Vader een plattegrond of blauwdruk is van Gods huis. Ook staan er ‘als-vragen’ in waar ik niet goed mee uit de voeten kan. Bijvoorbeeld: ‘Als je God rechtstreeks een vraag zou kunnen stellen over het gebed, wat zou je dan vragen?’
Veel vragen stimuleren je na te denken over je relatie met God en ik denk dat het boekje zeer bruikbaar is voor bestudering in kleine groepen, omdat het spreken over het gebed en het persoonlijk leven met God een teer onderwerp is.
Ali van Dijk-Buffinga