Vier evangelisten, één evangelie
(Vertaald door Leo Wenneker, Sander van der Meijs en Ton Hertogh)
Recensie (WegWijs maart / april 2017, jaargang 71, nr. 2)
Dit doen we niet vaak: een oeroud boek bespreken. Rond het jaar 400 schreef de kerkvader Augustinus een boek: Over de overeenstemming tussen de evangelisten. 5 jaar geleden is het in vertaling uitgegeven door uitgeverij Damon, die ook al 20 andere boeken van Augustinus in Nederlandse vertaling uitgaf. Dat geeft wel aan dat boeken van kerkvaders door steeds meer mensen niet meer als ouwe meuk worden gezien (goed voor de oud-papier-container) maar als boeken die ons wat te zeggen hebben. Terecht.
Aanval
Augustinus leeft in een tijd dat de christelijke kerk langzamerhand een voorrangspositie krijgt in het Romeinse Rijk, nadat christenen eeuwen vervolgd of hoogstens gedoogd waren. Het heidendom is op zijn retour, dat klinkt door in het boek. Voor ons nauwelijks voor te stellen in het westen, waar het moderne heidendom in opmars is, wel voor mijn Afrikaanse vrienden, die het Christendom ook in opmars zien (en daaraan meewerken). Al geldt dat niet voor Noord Afrika: Augustinus was bisschop in Carthago, in wat nu Tunesië is. Zo'n 300 jaar na hem is de kerk daar vrijwel weggevaagd door de Islam, een toestand die voortduurt tot op de huidige dag. De eeuwen door is de waarheid van de bijbel aangevallen (niets nieuws onder de zon!). Een populaire methode is het aanwijzen van tegenstrijdigheden tussen de evangeliën, om zo aan te tonen dat de bijbel onbetrouwbaar is. En daar schrijft Augustinus een kloek boek over, in vertaling meer dan 300 bladzijden.
Eenheid
Augustinus begint niet met de verschillen, maar met de eenheid van de evangeliën. Natuurlijk, want de evangelisten zijn door dezelfde Geest geïnspireerd. Dat ze verschillen hangt onder meer samen met de verschillende benadering. Bv: Matteüs wil Jezus vooral als Koning laten zien, Lucas vooral als priester. Dus leggen ze andere accenten en vertellen ze deels ook verschillende verhalen, ze vullen elkaar aan en verduidelijken elkaar. Elke evangelist levert zo zijn onmisbare bijdrage. Ook is de volgorde vaak verschillend, volgens Augustinus komt dat omdat de schrijver zo'n verhaal opschrijft op het moment dat het hem te binnen schiet. Veel verschillen zijn alleen een kwestie van woordgebruik. Keer op keer geeft Augustinus aan dat het uiteindelijk niet om de stijl of de woorden gaat maar om de inhoud. En die is bij alle vier hetzelfde.
Pastoraal
Augustinus betoont zich de pastor als hij zegt dat je niet moet neerkijken op iemand die door schijnbare tegenstrijdigheden in verwarring komt, maar dat je hem moet onderwijzen. Hij kan het ook niet laten om bij bespreking van het woord Abba een pastoraal uitstapje te maken naar Romeinen 8. De eerbied voor de eenheid van de Bijbel en de serieuze aanpak maken het boek ook voor vandaag de moeite waard. Je hoeft het niet met elke oplossing eens te zijn om toch te leren van de manier waarop hij met verschillen omgaat. Vaak heel ontspannen. Op een gegeven moment zegt hij: als je een betere oplossing hebt dan ik is dat prima, als je maar niet denkt dat evangelisten liegen of zich vergissen.
Tonnis Groenveld