Recensie (WegWijs januari/februari 2009, jaargang 63, nr. 1)
Dit boek past goed bij een themanummer over kind en geloof. De schrijver stelde dit verhaal op schrift aan de hand van de gegevens in 2 Koningen 18 en 19 en Jesaja 36-38. Locatie is het stadje Lakis, zo’n 700 jaar voor Christus de tweede vestingstad van Juda. Dit stadje is in 701 door Sanherib verwoest, waarna de bewoners in ballingschap zijn weggevoerd. Deze geschiedenis komt tot leven door de ogen van twee kinderen: Akila, een Egyptisch slavinnetje, en Itai, een Judese jongen uit Lakis. Zijn vader is pottenbakker. Al lezend word je meegenomen en leer je de gewoontes van die tijd en die streek kennen. De kinderen maken van alles mee, raken buiten de belegerde stad en moeten maar zien hoe ze overleven. Soms wordt er in kleine lettertjes onder aan de bladzijde uitleg gegeven over bijvoorbeeld een bepaald gebruik.
Het is een lekker stevig boek met een goede lay-out, al had het aantal plaatjes wel iets meer mogen zijn.
Zo’n boek vraagt gedegen voorstudie en aan het aantal bronnen is dan ook te zien dat de schrijver hier serieus werk van gemaakt heeft. Een kaartje achterin verduidelijkt welke plaatsen en landen een rol spelen in het boek.
Het is fijn als kinderen al lezend en genietend van een spannend boek meer leren over een periode uit de bijbelse geschiedenis. Dit boek is daar een geschikt voorbeeld van.
Martine Kwey-Haasdijk