Heel Holland snakt! Snakt naar vakantie, feesten en partijen, terrasjes, restaurants, ontmoeting. We hebben het verdient, immers, wordt er gezegd. Nu willen we dan ook los!
Het mag weer!
Maar zijn wijzelf nog dezelfde als van voor de crisis: we zijn immers een ervaring rijker geworden. De hele wereld ineens op zijn kop, de doodgewone dingen werden ongewoon en we hadden ons behoorlijk aan te passen.
De statistieken wijzen het uit: we pakken nu vaker de fiets dan de auto en we gaan dit jaar misschien wel kamperen of varen in eigen land in plaats van met het vliegtuig of een cruiseschip naar verre en exotische oorden.
We hebben de ander gemist maar bedenken ons nog wel een keer voor we elkaar om de hals vliegen. Dat is allemaal anders.
We zijn er trouwens ook wel helemaal klaar mee; gelukkig mogen we ook meer. Op de ‘riedel van Rutte’ (handen wassen, 1,5 mm, thuisblijven bij klachten) en nog zo wat beperkingen na dan.
De vraag is: Zijn we door de corona-ervaring ook wijzer geworden? Stilgezet en tot bezinning gekomen; gaan zien wat sleur, stoffig, oppervlakkig was, wat beter kan en moet? En gebruiken we de vakantietijd om uit ons dak te gaan of als opmaat voor dat wat komen gaat. Hoe ook ons geestelijk leven vanaf nu ingevuld moet worden, waar het op aan komt? En snakken we ook naar de fysieke ontmoeting met geloofsgenoten om samen Gods Woord te horen en te bestuderen, het geloof te belijden en te beleven in de kerkdiensten en op de verenigingen? Of beviel de individuele digitale geloofsbeleving zo goed, dat ‘ze mij er niet meer zien’? Of hebben we heel duidelijk ondervonden dat en wat we gemist hebben meer is dan gezelligheid en persoonlijke aandacht.
Kortom: snakken we naar het normaal van voor-corona of gaan we voor een nieuw normaal?
Heer, laat dit alles toch tot een zegen zijn!
Riet Steenbergen