Samuël
Er klonk een stem, een luide roep
Tot twee maal: Samuël!
Ik haastte me naar Eli toe
“Uw wens is mijn bevel”
Maar slaperig kwam hij omhoog:
“Ik riep je niet dit keer”
En pas na drie keer wist hij het:
“Die roep dat is de Heer”
Dus lag ik wakker in mijn bed
Te wachten op de stem
De spanning steeg, want als Hij riep
Dan was ik klaar voor Hem
En toen de Heer riep: Samuël
Toen antwoordde ik zacht
Spreek Heer, Uw dienstknecht luistert
Oók in ’t midden van de nacht
Hij zei: Ik ga in Israël
Iets doen wat opzien baart
De oren van de mensen
Zullen tuiten uiteraard
Want Eli ziet het wangedrag
Van beide zonen aan
-Zij minachten de grote God-
Toch heeft hij niets gedaan!
Zo lag ik wakker tot de tijd
Dat ik wel op moest staan
Een grote steen lag op mijn maag
Ik keek Eli niet aan
Hij vroeg: wat heeft de Heer gezegd?
Verberg het niet voor mij
Toen heb ik alles opgebiecht
Hij schrok van wat ik zei
Nog even en mijn vader gaat..
Ik voel de diepe pijn
Maar weet dat God mij nooit verlaat
Hij zal mijn Redder zijn
Als Hij me nog eens roepen zal
Herken ik vast die stem
En ik zal steeds zijn dienaar zijn
‘k zal luisteren naar Hém!
Anne Lies Mossel-de Kievit
Lees meer gedichten van Anne Lies op haar Facebookpagina