
Meditaties week 1
Zingen: Psalm 48:4
Lezen: 1 Korintiërs 1:4-9
Ik dank mijn God altijd voor u.
1 Korintiërs 1:4
‘Ik dank mijn God altijd voor u…’ Als een zinnetje kan helpen de eenheid te bewaren, is dit het. De gemeente te Korinte is Paulus’ grote zorgenkind. Verdeeldheid, hoogmoed, dwaalleringen, zelfgenoegzaamheid, zonden en liefdeloosheid spelen de gemeente parten. Het had Paulus diep van de Korintiërs kunnen vervreemden. Toch, als hij aan hen denkt, begint er altijd eerst iets in zijn hart te zingen. Niet omdat hij zo’n positivo is die, nadat de computer is gecrasht, blijmoedig opmerkt dat de muis het nog doet. Nee, Paulus ziet God aan het werk. Hij heeft Zich aan de Korintiërs geopenbaard, Hij heeft hun vergeving, zijn gaven en toekomstverwachting geschonken. God is aan het werk, dwars door alle dwaasheid en dwaling heen. Dat maakt Paulus ongelooflijk dankbaar.
Misschien ben jij helemaal niet positief over jouw gemeente. Je vindt ’m nogal burgerlijk, te weinig missionair, te vrijblijvend of minder bijbelgetrouw dan je lief is. ‘Wil ik daar eigenlijk wel bij horen?’ Die vraag heeft Paulus zich misschien ook gesteld, en met nog veel meer recht dan jij. Dan is het goed om net als hij altijd deed te beginnen met God heel concreet te danken voor wat Hij heeft gedaan en nog doet. Dat kan jou helpen de verbinding te blijven zien en beleven. God is trouw. Waarom zou jij het niet zijn?
Gebedsopdracht: Maak eerst een lijstje van alle mooie dingen die de HERE God in jouw gemeente doet. En neem vervolgens de tijd om daarvoor te danken.