Mediaties week 3
Zingen: Liedboek 242:3
Lezen: 1 Korintiërs 12:14-21
God heeft nu eenmaal alle lichaamsdelen hun eigen plaats gegeven, precies zoals hij dat wilde.
1 Korintiërs 12:18
Er zijn mensen die last hebben van minderwaardigheidsgevoelens. Er zijn ook die last hebben van meerwaardigheidsgevoelens. Hoewel, de eersten zijn vooral zichzelf tot last, de tweeden vooral hun omgeving. Paulus laat beiden aan het woord. Zowel ‘het oor’ dat zegt: ‘Ik ben geen oog, dus ik hoor niet bij het lichaam’ (minderwaardigheidsgevoelens), als ‘het hoofd’ dat tegen de voeten zegt ‘Ik heb je niet nodig’ (meerderwaardigheidsgevoelens). Ik weet niet wat deze uitspraken met jou doen, maar mij snijden ze door de ziel, de een nog meer dan de ander. Het treffende beeld van het ene lichaam en de vele leden is een machtig medicijn dat zowel degenen met meerder- en degenen met minderwaardigheidsgevoelens genezen kan. Het laat zien dat noch het zelfbeeld van de een, noch dat van de ander deugt. Wij zijn tot één lichaam gemaakt, en ieder heeft daarin zijn eigen door God gewilde plekje gekregen. Zoals een kinderliedje zegt:
Dit is mijn hand en dat mijn voet.
’k Heb ze allebei nodig.
Waar moet ik heen als één het niet doet?
Niets is er overbodig.
Hand, voet, knie, oog, oor, neus, keel,
Alles is nodig, niets te veel.
Dus jij, die wat min van jezelf denkt, denk alsjeblieft niet dat jij gemist kunt worden!