
Mediaties week 3
Zingen: Liedboek 481:1, 3, 4
Lezen: 1 Korintiërs 12:31-14:1
Maar eerst wijs ik u een weg die nog veel voortreffelijker is.
1 Korintiërs 12:31
Hoe het met het schrijven van 1 Korintiërs 12-14 gegaan is weten we natuurlijk niet. Maar zou het zo gegaan kunnen zijn, dat Paulus eerst aan één hoofdstuk 12:1-31a en 14:1b-40 geschreven heeft? En dat er een zekere onrust groeide, toen hij het nog eens las en herlas? ‘Ja, dit is wat ik moet zeggen over de genadegaven en hun functioneren, maar is het genoeg? Gaat dit wel in op de uiteindelijke oorzaak van het probleem?’ De gemeente was immers tot op het bot verdeeld en de een achtte zichzelf zoveel uitnemender dan de ander… ‘Ik kan onderwijs geven tot ik een ons weeg, maar wat schiet de gemeente daar uiteindelijk mee op?!’ En dat Paulus toen dacht aan wat hij eerder schreef: ‘Kennis maakt verwaand, alleen de liefde bouwt op’? En dat vervolgens de Geest over hem vaardig werd en hij dit onwaarschijnlijk mooie lied over de liefde schreef?
We weten het niet. We weten wel dat in wat Paulus hier schrijft het hart van zijn onderwijs over gemeente-zijn klopt. Er is in Korinte sprake van een crisis van de liefde. En al geeft Paulus honderd voorschriften en duizend adviezen, ze lossen die crises van de liefde uiteindelijk niet op. Dat kan alleen de liefde zelf. En dit loflied op de liefde, het misschien wel mooiste dat er ooit geschreven is, bedoelt het hart daarvoor te openen.