
Mediaties week 3
Zingen: Psalm 133
Lezen: 1 Korintiërs 16:13-24
Groet elkaar met een heilige kus.
1 Korintiërs 16:20
1 Korintiërs eindigt zoals het begint: met het voeden en beleven van het katholieke besef, en wel door het overbrengen van de groeten. Toch focus ik me op de wijze waarop de Korintiërs elkáár moeten groeten. Men deed dat in die tijd met een kus (het soort kus dat Arabische leiders nog uitwisselen). Voor ‘sociale’ kussen golden enkele spelregels, zoals ook bij ons nog. Een koning werd door zijn onderdanen uitsluitend op de voeten gekust. Mensen die even hoog op de maatschappelijke ladder stonden kusten elkaar, maar iemand met een lage sociale status haalde het niet in zijn hoofd om een hogergeplaatste te kussen. En mannen konden elkaar wel, maar vrouwen geen kus geven. Op alle mogelijke manieren bepaalden de maatschappelijke codes dus bij de (stands)verschillen. En die verschillen beheersten ook het gemeenteleven te Korinte! En dan zegt Paulus met apostolisch gezag: Groet elkaar met een heilige kus! Groet elkaar zoals broers en zussen elkaar groeten en sluit daarbij de zonde buiten. Ofwel, richt je aandacht op de ander. Zíe hem of haar. Leg contact. Geef zo een veilig gevoel, een thuisgevoel: ‘Ik hoor erbij.’ En groet elkaar als gelijken! Beleef de eenheid, doorbreek de kliekjesmentaliteit en bouw aan de onderlinge verbondenheid. Zo wil onze Heer dat we gemeente zijn. Zo wil Hij dat we elkaar als christenen in gemeentelijk, plaatselijk, landelijk of mondiaal verband groeten. Want we zijn één lichaam en we hebben één Hoofd. Jezus is Heer. Amen.