Mediaties week 2
Zingen: Opwekking 347
Lezen: 1 Korintiërs 12:1-3
… niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer,’ behalve door toedoen van de heilige Geest.
1 Korintiërs 12:3
In 1 Korintiërs 12-14 bespreekt Paulus opnieuw een prachtig thema: de gaven van de Geest. De aanleiding daarvoor is echter ook nu een pijnlijke. Sommige gemeenteleden menen geestelijker te zijn dan andere en claimen daarom een prominente rol in de samenkomsten. Het gold met name voor degenen die in klanktalen konden spreken. ‘Wij worden op bijzondere wijze door de Geest gebruikt, wij zijn geestelijker, ofwel belangrijker dan jullie!’ Ook deze opstelling werkt allicht als een ernstige stoorzender in op de eenheid in Christus. Dat doet ze tot op de dag van vandaag, ongeacht om welke gave het gaat.
Voordat Paulus over de gaven zelf gaat spreken, slaat hij om te beginnen weer een ongelooflijk belangrijk piketpaaltje. Waaraan herken je iemand die vol is van de heilige Geest? Wel, wie vol is van Jezus Christus, is vol van de heilige Geest. ‘Jezus is Heer’, dat zijn de meest geestelijke woorden die iemand ooit kan uitspreken. Daarmee belijd je dat aan Jezus Christus alle macht, in hemel en op aarde gegeven is, en erken je zijn heerschappij over je leven. Wie dit oprecht belijdt, kan dat alleen maar doen door de werking van de heilige Geest, van welke denominatie hij of zij ook is en welke gaven hij of zij ook van de Heer gekregen heeft.
Waar ‘Jezus is Heer’ beleden wordt, zijn mensen één, één in Geest en waarheid.